Aan alles wat er in de klas gebeurt – rekenen, lezen, knutselen, spelen, eten en drinken etc.- vórmen kinderen zich, en leraren begeleiden hen daarbij. Wat daar gebeurt, vormt de ziel van het onderwijs. We noemen dat ook wel de pedagogische dimensie van het onderwijs.
Die pedagogische dimensie komt het duidelijkst naar voren op momenten waarop de dingen in de klas anders lopen dan gepland, de momenten waarop je niet op je routines kunt vertrouwen, de momenten waarop je niet uit de voeten kunt met wat je allemaal geleerd hebt en al je gereedschappen je in de steek laten. We noemen dat pedagogische sleutelmomenten. Je bent op jezelf teruggeworpen, en toch komt het erop aan dat je handelt. Geen tijd om na te denken, je móet nu iets doen. Sterker nog: je hèbt al gehandeld. Intuïtief deed je wat je deed en niet iets anders. Misschien handelde je uit angst of vanuit vooropgezette ideeën. Maar als je met je hart aandachtig luistert, weet je wat te doen, ook wanneer je niet weet wat te doen.
Hoe te ondersteunen en versterken wat je daar nodig hebt – noem het ‘luisteren met je hart’ – dat is het aandachtsgebied van onze onderzoeksgroep.